The Geld.

De slag om Qik Ambon

Cover Image for De slag om Qik Ambon
K.P.
K.P.

‘Hier hebben vroeger Romeinen gevochten, als ik me niet vergis’.

Mijn vader hurkte, zette zijn linkerhand op de grond en woelde een beetje door de aarde. Het leek me geen plek voor een epische veldslag, alhoewel, was Carlo Picornie ook niet doodgeslagen op een soortgelijk weiland? Er was een periode geweest, zo rond mijn tiende, dat ik de hele dag stiekem naar plaatjes en filmpjes keek van echte gevechten. Een soort porno was het, besefte ik later, toen ik naar echte porno ging kijken. Het wond me op, mannen die elkaar tot bloedens toe te lijf gingen. Ik kan me niet herinneren of ik er ook een erectie van kreeg. Het zou me niets verbazen.

Links liep een eindeloze dijk, rechts de A2. Mijn vader is geobsedeerd door historische locaties. Hoe verder hij terug in de tijd kan gaan, hoe beter. Omdat Fenna vanochtend afzegde voor onze afspraak in het zwembad ben ik meegegaan. Vroeger ging ik graag mee, mijn vader had voor mij ook een metaaldetector gekocht, kinderformaat, en samen konden we uren veldjes, heides, weilanden en bouwputten afstruinen op zoek naar munten en andere verborgen schatten. Daarna verloor ik de noodzakelijke interesse. Maar vanochtend dacht ik, nadat Fenna had gebeld; ik ga gewoon. Ik wist dat ik hem een groot plezier zou doen, en ik voelde me nog steeds schuldig vanwege de 20 euro die ik afgelopen weekend uit zijn portemonnee had gestolen.

‘Ik ga even mijn metaaldetector halen, wacht je hier?’

‘Is goed.’

Ik liep naar de de rand van het weiland om op een hek te gaan zitten. De lucht was donker, het ging sowieso regenen. Ik had toch thuis moeten blijven. Ik ging zitten, de stalen buis voelde koud aan. Ik dacht aan dinsdag, toen ik met Fenna mee was gegaan. Ze woonde een dorp verderop en zat middenin een verhuizing naar een groter huis. Haar vader was arts, oncoloog of cardioloog, ik ben het vergeten, en ze hadden net zo lang in een rijtjeshuis gewoond tot haar vader genoeg geld had om een eigen huis te laten bouwen aan de rand van hetzelfde dorp. Ze had de sleutel van het oude huis nog, toen we binnen waren kon ik me niet voorstellen dat haar familie hier ooit had gewoond. Het was muf en leeg en leek heel klein. Ze nam me mee naar haar oude kamer op de zolder. Haar broek bleef aan, mijn broek had ze niet eens aangeraakt. Het leek me leuk als meisjes zelf ook zin hadden om dat soort dingen te doen. Nu was het alsof ze mij een gunst deed. Er zijn vast meisjes die gretiger zijn, Rosa misschien. Maar Rosa mag me niet.

Terwijl mijn vader de kofferbak opende voelde ik in mijn jaszak. Er zat een bonnetje in dat ik op de grond gooide. Mijn andere jaszak was leeg. Ik vroeg me af waar mijn sleutels waren, maar wat maakte het uit, mijn vader had natuurlijk ook sleutels.

‘Zeg, wat doen jullie hier?’ Ik keek om en zag een oude magere man in een zwart pak staan. Hij keek me aan alsof hij zelf ook verbaasd was dat hij hier een gesprek met mij begon.

‘Mijn vader denkt dat hier vroeger een veldslag is geweest. Met Romeinen.’

‘Ah ja, de slag om Qik Ambon. Maar hier is niks meer te vinden hoor.’

‘Oh. Ik zal het doorgeven.’

We keken samen naar mijn vader, die de koptelefoon van de metaaldetector opzette en begon met het scannen van de bodem.

‘Ik laat hem nog even zoeken als u het goed vindt, anders zijn we voor niks gekomen’.

‘Het is niet mijn weiland, ik vind het prima’.

De man liep verder. Ik keek hem na. Het begon langzaam te regenen. Mijn telefoon trilde in mijn broekzak. Het was Fenna. Ik stopte de telefoon terug. Toen het trillen was opgehouden kwam er een kalmte over me heen. Alsof het trillen een aftellen was geweest, een aanloop naar dit moment. Het ging harder regenen. Ik deed de capuchon van mijn jas op en keek naar een plasje water in de modder onder mijn voeten. De regen vulde het plasje maar langzaam, toch bleef ik kijken, ik wilde het plasje zien overstromen. Ik hoorde mijn vader roepen, keek op en zag hem wild met zijn armen zwaaien. Hij had iets gevonden en wilde dat ik naar hem toe kwam. Ik bleef zitten, ik wilde niet weten wat er uit de grond tevoorschijn zou komen. Ik zou veel liever meedoen aan de veldslag. Ik zag mezelf voor me, in complete Romeinse wapenuitrusting, inclusief een helm met zo’n rode hanekam erop. Ik was al gewond, in mijn schouder zat een diepe snee, toch vermoordde ik nog een half dozijn barbaren. De een sneed ik de keel door, de ander stak ik in zijn rug, tijdens een veldslag zijn er geen regels.



Meer geld

Cover Image for Algiers

Algiers

R.H.
R.H.
Cover Image for Bezit

Bezit

K.P.
K.P.