The Geld.

Sorry, geen dienst

Cover Image for Sorry, geen dienst
K.P.
K.P.

De nachtbus was vijf minuten te laat. We waren naar de verjaardag van Sofie geweest, die woonde toen nog diep in Noord. Het was een leuke avond geweest, niet heel speciaal, we waren dronken maar niet op een vervelende manier. Het was koud, drie uur ‘s nachts, en we deelden een jointje die Kliko in zijn jaszak had gevonden. Daar was de bus, een warm bad op wielen. Hij kwam redelijk hard de bocht om, ik was de enige die dat zag, Peer was net een verhaal aan het vertellen over een meisje van laatst en Kliko en Jonas hingen aan zijn lippen. We stapten in. De buschauffeur was een man van rond de vijfendertig die zenuwachtig uit zijn ogen keek. Later werd alles duidelijk, maar op dat moment leek het gewoon een buschauffeur met haast. Hij trok hard op terwijl we naar onze plaatsen liepen, we moesten ons best doen om niet te vallen. In de bus zaten verder twee puberende meisjes, een oude vrouw met een wandelstok en een man van middelbare leeftijd in een te klein leren jack.

We gingen zitten, tegenover elkaar, twee aan twee. Peer was nog niet klaar met zijn verhaal en ging verder. Het meisje, volgens mij heette ze Claire, was bij hem blijven slapen en de volgende dag ging ze maar niet weg. We wisten natuurlijk allemaal hoe vervelend dat was. Toen hij bij de climax van zijn verhaal was beland stopte de bus abrupt. Jonas en Kliko vlogen zowat bij Peer en mij op schoot en we keken naar buiten. Daar zagen we geen bushalte maar het BovenIJ ziekenhuis. De buschauffeur sprong uit zijn stoel, en met diezelfde zenuwachtige blik in zijn ogen riep hij dat zijn vrouw een halfuur geleden had gebeld, ze was hoogzwanger en ging bevallen van hun eerste kindje. Of er iemand was die ervaring had met het besturen van een bus? Peer stond op en zei ja, ik heb ervaring, vaak gereden zo’n bus, tenminste, een ouder model maar dat lijkt me geen probleem, ren snel naar je vrouw, dit is het mooiste moment van je leven, wat doe je hier nog. De buschauffeur bedankte hem hartelijk en stormde de bus uit.

Wij wisten dat Peer nog nooit een bus had bestuurd, en we wisten ook dat hij het ging doen. Ik twijfelde nog even of ik het moest toestaan, we waren immers best dronken, maar Peer kon goed tegen alcohol en hij zag er nog fris uit. En die bus moest weg hier, wie weet hoe lang die bevalling nog kon duren, de mensen moesten naar hun huis of werk gebracht, we hadden geen keuze. Hij vroeg naar de bestemming van de medepassagiers. De twee meisjes moesten naar Mosplein, de man in het te kleine jack moest naar het Centraal Station, en de oude vrouw haalde haar schouders op. Peer nam plaats achter het stuur, de motor stond nog aan, en daar gingen we.

De eerste bocht ging maar net goed. Het is ook wennen, zo’n bus heeft een enorme draaicirkel en dat stuur is echt iets anders dan het stuur van een personenauto. Maar al snel had Peer de bus onder controle, hij is altijd al een geweldig chauffeur geweest en pikt dingen snel op. We reden naar Mosplein, zetten de meisjes af, reden door de Ijtunnel en zetten de man in het te kleine leren jack af bij het Centraal Station. Niet op de normale plek, we konden natuurlijk niet gezien worden, we stopten bij het stoplicht aan de westkant. De man snapte het zonder dat we het hoefden uit te leggen, gaf Peer een compliment over zijn rijkunsten en stapte uit. We vroegen nogmaals aan de oude vrouw met de wandelstok waar ze heen wilde, maar die maakte een gebaar van ‘ga nou maar, jullie merken het wel als ik er uit wil’.

Later heb ik nog vaak gedacht aan het moment dat daarop volgde. Of, het was niet zozeer een moment, het was een gevoel. We wilden de bus nog niet uit, we waren nog niet klaar met de bus en de bus was nog niet klaar met ons. We hoefden het niet eens te bespreken, het was volkomen logisch. Peer veranderde het digitale bord aan de voorkant van de bus van N91 naar Sorry, geen dienst en we reden terug de Ijtunnel in. In Noord draaiden we de A10 op richting Diemen, bij Diemen reden we de A1 op richting Amersfoort. We stopten bij een benzinepomp ter hoogte van Weesp om eten en drinken in te slaan en bij te tanken, en vervolgden onze reis richting Duitsland.

Kliko wilde nog wat hasj inslaan voordat we de grens overstaken, dus maakten we een tussenstop in Hengelo. Dat gaf Jonas de gelegenheid om zich even af te zonderen en zijn vrouw te bellen. Ze hadden een tweeling van 8 maanden, twee jongetjes waarvan er eentje te vroeg geboren was. Het gesprek was pittig geweest, toch begreep ze het uiteindelijk wel. Als ze toen had geweten hoe lang Jonas weg zou blijven had ze misschien anders gereageerd, maar dat wist Jonas toen ook nog niet.

Op een industrieterrein buiten Hengelo hebben we toen de rest van de dag van Peer geleerd hoe we de bus moesten besturen. Hij kon ons natuurlijk niet altijd blijven rijden. Jonas en ik hadden het redelijk snel onder de knie, met Kliko duurde het allemaal wat langer. Hij had überhaupt geen rijbewijs, we moesten helemaal van voor af aan beginnen. We boden de oude vrouw nog aan om ook achter het stuur plaats te nemen maar die bedankte vriendelijk. Dat vonden we niet erg.

We waren al lang vrienden, we kenden elkaar al sinds de middelbare school, maar nu we onderweg waren leerden we elkaar kennen op een manier die onmogelijk was geweest in onze oude levens. Onze gesprekken meanderden alle kanten op, we raakten op elkaar ingespeeld, we gunden elkaar de ruimte, we ontwikkelden onze eigen taal waarbij we aan een half woord genoeg hadden, we werden minder ironisch terwijl de kwaliteit van onze humor tot grote hoogtes steeg. En we speelden enorm veel kaartspelletjes, de oude vrouw was geweldig in boerenbridge, als ze ons weer eens versloeg kookten we haar favoriete maaltijd, wat heb ik toen veel goulash gegeten, we werden het nooit zat, ze had een geweldig recept, ik wou dat ik het had onthouden.

Als we geld nodig hadden pikten we forenzen op. We accepteerden alleen cash en brachten ze precies naar hun bestemming. Als ze geen cash hadden pikten we ze alsnog op, dan vroegen we om een gunst of een goed verhaal of wat ze ons maar konden bieden. Ik weet nog dat we in Polen stopten voor een gezin dat er uitzag alsof ze uit een concentratiekamp kwamen. Ze waren mager en vies en de drie kinderen leken elk moment in huilen te kunnen uitbarsten. We hebben ze twee weken in onze bus gehad, en toen we in Moldavië afscheid van ze namen leek het een ander gezin. Een gelukkig gezin. We voelden ons weldoeners en dat waren we ergens ook wel.

Ergens ter hoogte van de grens tussen Georgië en Azerbeidzjan sloeg het noodlot toe. Een van de remlichten was kapot gegaan en Jonas was die aan het repareren. Toen hij klaar was riep hij naar Kliko dat hij moest remmen, maar Kliko had de bus daarvoor in zijn achteruit gezet en per ongeluk het gaspedaal ingedrukt. De schreeuw van Jonas ging door merg en been toen het achterwiel zijn torso verbrijzelde. Kliko is daarna nooit meer echt de oude geworden. Ik zie hem nog steeds wel eens stilletjes uit het raam kijken en ik weet waar hij dan aan denkt. Peer had de vrouw van Jonas gebeld en verteld van het ongeluk, maar die was allang hertrouwd en haar onverschilligheid maakte het alleen maar erger. We hebben hem begraven langs de kant van de weg, ik hield een lange toespraak en de lucht was bloedrood geworden. Daarna hebben we drie dagen geen woord met elkaar gewisseld.

Even leek het alsof we er na die dag genoeg van hadden, maar al snel bleek dat de dood van Jonas ons alleen maar dichter bij elkaar had gebracht. Misschien was het ook het Centraal-Aziatische landschap. Het is daar net alsof je op een andere planeet bent. De vlaktes zijn eindeloos, de bergen zijn majestueus, en de luchten natuurlijk. Nergens op de wereld zijn er zulke adembenemende luchten.

De oude vrouw heeft het nog jaren uitgehouden, ze moet over de honderd zijn geworden. Haar dood was mooi, anders kan ik het niet zeggen. Ze voelde het aan. Op haar verzoek hebben we een kano gebouwd, en toen haar laatste dagen geteld waren hebben we haar in de kano gelegd en de Ganges opgeduwd. Ze had ons allemaal een kus gegeven, een welgemeende kus waar enorme liefde uit sprak, met die perkamenten lippen die ons zo veel prachtige verhalen hadden verteld.

Op dit moment zijn Peer en Kliko ruzie aan het maken. Ik ben mijn nagels aan het knippen terwijl ik wacht tot ze klaar zijn. Vanavond maken ze het weer goed, zo gaat het altijd. Peer is aan het dementeren en Kliko doet net alsof hij dat niet doorheeft. Ik heb me er bij neergelegd. Gelukkig kan Peer nog wel de bus besturen, al loopt ook die op zijn laatste benen. Zelfs van Kliko verwacht ik weinig meer. Ze hebben me alles al gegeven.


Meer geld

Cover Image for Algiers

Algiers

R.H.
R.H.
Cover Image for Bezit

Bezit

K.P.
K.P.